Tegenover me zitten twee meisjes. Ze zijn een jaar of dertien en hebben allebei een iPhone vast; een vanzelfsprekendheid die er bij mij nog niet helemaal ingaat. In hun oren zingt Rihanna dat ze niemand nodig hebben en thuis wacht facebook op een paar willekeurig geplaatste likes, hartjes en wjnmk’s. Intussen hebben ze het met elkaar over jongens. Ze kijken erbij alsof ze zojuist voor de derde keer gescheiden zijn. ‘Ja, weet je, ik vond hem echt wel leuk enzo, maar hij doet gewoon niet zo chill nu, kapot irri, weet je.’
Het linkermeisje heeft zich, om het plaatje compleet te maken, flink opgemaakt en draagt een spijkerbroek die verhult dat ze nog haar boeken kaft en een bedtijd heeft. Haar vriendin, of eigenlijk haar praatprojectiel, zit er meer casual bij, in een joggingbroek en een adidasjas met groene, fluorescerende strepen. Als ze zou weten hoeveel licht deze geven als ze ’s avonds zonder licht door de stad fietst, zou ze ze er ter plekke hebben afgekrabd. Ze had er de nagels voor.
‘O, ja, maar weet je. Stino laat al gewoon zeg maar gewoon drie uur ofzo niks van zich horen. Kankaleluk.’ ‘Oke, ja. Maar ik heb die jongen dus gewoon gesmst, krijg ik gewoon niks terug, nog steeds niet.’ ‘Oh. Ik denk echt dat Stino gewoon een ander heeft ofzo, weet je.’ ‘Ja. Als ie nu niet terug smst heeft ie echt een probleem jonge, dan maak ik het uit ofzo.’ ‘Ik heb wel ‘s vijf dagen met een jongen gehad.’ ‘Ik wel ‘s vijf uur.’ ‘Ik wel ‘s vijf minuten.’
Ze blijven elkaar nog een tijdje overbluffen. Op een gegeven moment heeft het rechtermeisje het wel ’s uitgemaakt met een jongen voordat ze iets met hem had. Hij was er nog steeds kapot van. Zij niet zo, want … En er volgde weer iets indrukwekkends, iets kapot stoers, iets BeyoncĂ©-independent-woman-achtigs. De jongens in kwesties hijgden in alle verhalen hoopvol achter de Uggs van de dames aan, waar zij zelf in hoge snelheid naast liepen. Als ze te hard liepen en alleen overbleven, ging de iPod aan en lieten de besties-4-evah zich door Jesse J vertellen dat ze schijt aan alles moesten hebben.
Ik vroeg me altijd af waar Steve Jobs die ‘i’ vandaan had gehaald. Tot vandaag.