zondag 4 augustus 2013

Buurman

Wij hebben een nieuwe buurman. Hij woont op de benedenverdieping links naast ons. Wie hij opvolgt is mij niet bekend – buurman is een bonus. Wat ik van buurman weet, is dat hij vrachtwagenchauffeur is. Dat was het. Ik weet niet hoe hij heet. Het stadium van het naar elkaars namen vragen hebben buurman en ik overgeslagen. Uit onze eerste, vluchtige ontmoetingen konden we nog niet afleiden dat er een buurman in ons beiden schuilging. De vele ontmoetingen daarna, op de stoep voor onze huizen, waren daarentegen direct zo vertrouwd dat een voorstelronde ons toen niet meer gepast leek. Buurman, dus.

Buurman is een liefhebber van buiten zitten. Zijn plastieken tuinmeubels heeft hij onder de grote boom op de stoep voor zijn huis gezet. Buurman zit hele dagen in de schaduw. Op de niet gestelde vraag waarom hij niet in zijn ruimere, meer afgezonderde tuin zat, antwoordde hij eens: ‘Ik wil wel een beetje weten wat er in mijn straat gebeurt.’ Buurman was al ingeburgerd voordat hij de verhuisdozen had ingepakt. Zo wist hij binnen een halve dag dat er bij ons een jongen op reis was en de getroffen onderhuurmaatregelen waren voor hem een abc’tje. In de straat wonen ongeveer vijfentwintig studenten, aldus buurman. Hij zag laatst mijn vriendinnetje voorbijfietsen. Ze stopte niet. Dat verbaasde hem. Buurman houdt alles in de gaten.

Buurman is in alle opzichten een echte buurman. Hij is gek op praatjes maken met buurtgenoten, houdt bij waar iedereen is en waarom dan wel, is altijd goedgehumeurd en helpt je als je je fiets niet uit de stalling krijgt. Buurman is het geweten van de straat en laat zich daar graag op voorstaan. Aan de andere kant: buurman is niet opdringerig. Als je niet in de stemming bent en dat met weinig subtiele gezichtsuitdrukkingen laat blijken, knikt hij je bemoedigend toe en slaat hij met een glimlach een pagina van zijn krant om. Buurman wil graag dat zijn buurtgenoten het net zo naar zijn zin hebben als hij, maar als ze dat niet voor elkaar krijgen, is hij stiekem maar wat trots dat hij zo van het leven geniet.

Vanochtend  heb ik buurman uitgezwaaid. Ik ga een week op vakantie; ik had het gevoel alsof hij dat al wist. Met mijn handen vol weekenders legde ik uit dat het plan een theatertrip naar Oostende betrof. Ik merkte direct dat buurman niet alles wil weten. ‘Hoelang ga je?’ Was zijn voornaamste interesse. Ik vertelde hem verontschuldigend dat er waarschijnlijk een paar huisgenoten zullen terugkeren van hun vakanties, de komende dagen. Buurman zweeg en sloeg met een zuinige glimlach een pagina van zijn krant om. ‘Een fijne reis’, mompelde hij.