Het is een van de makkelijkste bestedingen van een (vroege) uitgaansavond: met een paar vrienden een Mac binnenlopen en daar in de rij zuchtend en lachend tegen elkaar zeggen hoe traag en dom het personeel is. Want, het is waar, vaak duurt het lang en nog vaker word je er niet al te doortastend geholpen. Punt is dat dat op tweehonderd andere plekken in de stad ook het geval is. Alleen lopen daar knappe serveersters of tappen er knipogende barmannen. Dat vergoedt een hoop.
Je zal er als gevierde scholier of geslaagde student maar eerlijk voor uitkomen, dat je ver weg wel bewondering hebt voor mensen die dagelijks in de walmen staan van het spul dat bij jou tien seconden na het doorslikken alweer naar boven komt. Dat zou een blunder van jewelste zijn. Je bent een gevierde student of geslaagde scholier en dat houdt in dat je het personeel van de Mac ziet als een verzameling achterlijke niksnutten die het proces vanaf het hamburgers kiezen tot hamburgers eten onnodig en doelbewust vertragen. Pfoeh, daar ging je bijna. Gelukkig is het niemand opgevallen. Toch?
De Mac-jongen die je helpt vraagt je op verdacht vriendelijke toon of de Big Tasty zonder tomaten, met extra kaas en een apart bakje saus om meteen op te eten is, of dat je het liever meeneemt. Je dreigt even de grip op de situatie te verliezen. Gaat die dwaas je nu ook nog dwingen te kiezen, nadat hij eerst de boel al opzichtig ophield door vier keer je bestelling te herhalen? Gelukkig pak je op tijd de draad weer op. Je moet er toch niet aan denken wat de gevolgen zouden zijn van een dankbaar ‘Een zakje zou wel handig zijn’ of ‘Wat raad je me aan?’ Je recht je rug, schraapt je keel en verkondigt minzaam lachend de gevatte wijsheid waar je de voorbije seconden op hebt zitten broeden: ‘Het is om meteen mee te nemen, ik eet het zo op.’ De jongen draait zich om en haalt zijn schouders op. Hij is deze maand voor de derde keer op rij medewerker van de maand. Dat doet geen enkele klant hem na.