zondag 7 augustus 2011

The Tree of Life


Wij doen niet aan Moederdag. Ook niet aan Vaderdag trouwens, maar op de een of andere manier is dat minder gedurfd. Moederdag niet vieren, daar kies je voor, terwijl Vaderdag vergeten je meer overkomt. Moeders zijn blijkbaar commercieel aantrekkelijker. Of gewoon veeleisender. Mijn moeder is het tegenovergestelde van veeleisend, wat wij thuis graag aangrijpen als excuus om Moederdag te negeren. Bovendien wordt bij ons elke dag als een mogelijke geefdag gezien. Elke dag kan zomaar een Moederdag worden.

Na een incidenteel bosje bloemen en een bescheiden stapel verjaardagcadeaus heb ik mijn moeder vorige week dinsdag voor het eerst meegenomen naar de film. Daarvoor nam ze mij altijd mee. We waren benieuwd geworden naar The Tree of Life. Die zou het worden. En zo zagen die avond een bizarre, pathetische film vol met levensvragen en -wijsheden die door een intens fluisterende stem van veel lading werden voorzien. Beelden van planeten en allerlei natuurverschijnselen overheersten en verwarden. Na twintig minuten keek ik mama hoopvol aan. Ze wilde het nog even aanzien. Anders kwam ik wel erg gemakkelijk van mijn eerste filmtraktatie af.

We hebben uiteindelijk de hele film gezien. Niet omdat het beter werd, maar omdat we daarop bleven hopen. Tegen beter weten in. Om ons heen begonnen mensen zenuwachtig te lachen of geïrriteerd te zuchten op momenten dat Brad Pitts frons zowat onder zijn neus eindigde of de filmmuziek zwaarder dan zwaar nagalmde. We waren kennelijk niet de enigen die de stemming van de film niet (langer) konden verdragen. Wel de enigen die zich daarover niet al tijdens de film opwonden. We hebben het allemaal zwijgend doorstaan, we hebben de film ‘geïncasseerd’. Ook thuis hebben we er niet veel woorden meer aan vuil gemaakt. Voortaan neemt mijn moeder mij weer mee naar de film, klaar.