maandag 23 april 2012

Geen School


“Dames en heren, van harte welkom bij Debat op 2. Mijn naam is Arie Boomsma en ik heb een lange nek die ik graag uitsteek. Deze week doe ik dat voor een project op een middelbare school in Utrecht. Met dit project, Geen School genaamd, wordt ingespeeld op de interesses en wensen van de leerlingen. In plaats van het verwerken van de gebruikelijke lesstof, krijgen de betrokken leerlingen een week lang de kans om hun eigen programma samen te stellen. Hierbij reiken de mogelijkheden tot workshops van bekende muzikanten of vergaderingen met politici. Leerlingen merken dat ze invloed en zeggenschap hebben, worden zich bewust van hun eigen talenten en leren deze optimaal te benutten.”

 “Eerste reacties…”

“Ja, hartstikke leuk natuurlijk, zo’n feestweek voor de leerlingen, maar wanneer wordt de achterstand ingehaald? Ze zullen uiteindelijk toch allemaal hun examens moeten halen, of niet?”

“Meneer Louwman, u wilt hierop reageren, zie ik.”

“Ja, heel graag. Ten eerste is het geen feestweek. Dat leerlingen het naar hun zin hebben wil niet zeggen dat er niets geleerd wordt; dat is een misvatting die in deze tijd wild om zich heen slaat. Leerlingen zijn de hele week actief in de weer met de verwezenlijking van ambitieuze leerdoelen die ze zichzelf gesteld hebben.
Daarnaast is het vasthouden aan examens een excuus om vast te houden aan het huidige dominante onderwijssysteem. Het is een cirkelredenering, wanneer je stelt dat aan het huidige onderwijssysteem niet getornd mag worden, omdat anders de examens, die daar onderdeel van uitmaken, niet gehaald kunnen worden. Zo krijgt het huidige systeem een soort onschendbaarheid waarop ze absoluut geen recht heeft.”

“Maar het huidige systeem heeft zich toch bewezen? Ik moet er niet aan denken dat het veranderd wordt, de leerlingen zijn al zo moeilijk in de hand te houden in deze tijd.”

“Ik weet niet of het huidige systeem zich bewezen heeft, op een aantal vlakken misschien. Ik vind in ieder geval dat het een aantal cruciale aspecten van de ontwikkeling van jongeren over het hoofd ziet. Denk aan de creatieve ontwikkeling, aan het buiten bestaande kaders denken, waar jonge mensen juist zo goed in zijn. Dit blijft in het onderwijs vaak onderbelicht. Terwijl dergelijke kwaliteiten leerlingen in staat stellen hun eigen voorkeuren en talenten te ontdekken. In de huidige onderwijspraktijk is het vaak de bedoeling om klasgenoten of docenten zo goed mogelijk na te doen. Dit leidt tot uniformiteit in keuzes die juist op eigen inzichten gebaseerd zouden moeten zijn.
Dat leerlingen in deze tijd moeilijk in de hand te houden zijn, betwijfel ik helemaal. Als ik me baseer op mijn eigen ervaringen, geldt dit hooguit voor een enkele leerling. De lastige leerling is pas in de meerderheid als je als docent a priori uitgaat van gedragsproblemen in de klas. De leerlingen merken dit en komen in opstand, en gelijk hebben ze; ze willen serieus genomen worden. Hun houding heeft dus, mijns inziens, bijna altijd een oorsprong of oorzaak waar de docent invloed op uitoefent. Aan de docent is het daarom de taak zoveel mogelijk leerlingen zo goed mogelijk te bereiken.”

“Een oplossing als deze is geen haalbare kaart. Voor een meer leerlinggerichte aanpak is in deze tijd van bezuinigen geen geld en ruimte.”

“Misschien toch wel. Nu het kabinet gevallen is veranderen de vooruitzichten. De kans is groot dat een nieuwe regering een andere verdeling maakt als het gaat om door te voeren bezuinigingen. Het onderwijs kan daarvan profiteren. Hopelijk krijgt Geen School de aandacht die het in mijn ogen verdient en zet het onderwijs spoedig de eerste resolute stappen in de richting van de leerling.”

maandag 9 april 2012

Lezen en lachen

Voor mijn neus ligt een artikel. Of wat daarvan over is: een wirwar van zwaar beschadigde a4-tjes. Het pak telt een stuk of veertig pagina’s. Dit weet ik, omdat ik als een doorgewinterde examenkandidaat het aantal pagina’s van het leeswerk heb ingeschat. En dit artikel zit rond de veertig; een niemendalletje, nauwelijks serieus te nemen. En nog in het Nederlands ook. Rutte zou direct mijn studiefinanciering omzetten in een boete als hij hierover hoorde.

Gelukkig staan er wel genoeg wetenschappelijke termen in het artikel, evenals definities, stellingen, terzijdes en kanttekeningen bij eerder onderzoek. Genoeg in ieder geval om na een paar zwaar beladen zinnen de weg helemaal kwijt te raken. Zo lees ik met de beste bedoelingen tot drie keer toe een relativerende bijzin over enerzijds en anderzijds, behorend bij een al vrij genuanceerde hoofdzin. Uit alle macht probeer ik de beweringen met elkaar in verband te brengen. Het lukt me niet en ik weet ineens hoe het komt: er staat niets grappigs in. Nergens.

Ik ben blij dat ik mijn eigen aandeel in deze worsteling buitenspel heb weten te zetten en fantaseer over een wereld waarin Theo Maassen en de universiteit net zo onafscheidelijk zijn als Ad Visser en de meiden van Echte meisjes op zoek naar zichzelf. Dat zou toch geweldig zijn. Natuurlijk leidt het tot meer leeswerk – kernachtige verslagen zullen tot het verleden horen – maar ik zou het er wel voor over hebben. ‘In dit onderzoeksartikel, dat we trouwens met onze tenen getypt hebben, bouwen we voort op het drieledige onderzoek naar de beïnvloeding van taalstoornissen in het taalverwervingsproces.’ Ik zou het in een ruk lezen en op zoek gaan naar meer informatie: welke tenen?

Ook andere persoonlijke informatie, bijvoorbeeld over smaak of buitenechtelijke escapades, kan leiden tot humoristische passages. Zolang de informatie maar niets bijdraagt aan de wetenschappelijke waarde van het artikel. ‘Deze filosofie kenmerkt zich door de prominente rol die dit dogma erin speelt. Will Smith slaat wat dat betreft de spijker op zijn kop, als hij in Getting jiggy with it aangeeft dat men de groove (zijn/haar intuïtie) moet volgen. Er zijn wel uitzonderingen. Ik spreek uit ervaring; heeft overigens wel tot een significante score geleid.’

Ik denk niet dat ik het nog mee ga maken, maar mocht er ooit een humoristische wind door de wetenschap gaan waaien, dan raap ik alle blaadjes op, want dan wil ik geen zin meer hoeven missen.