Jasmijn is niet op haar achterhoofd gevallen. Dat weekendje
Maastricht was een afleidingsmanoeuvre. Ze zit gewoon tien meter verderop, in
de tuin, met een privédetective naast zich en omringd door een stuk of vijftien
beeldschermen. Overal in huis zijn camera’s opgehangen. Bart heeft niets door.
Hij is maar met één ding bezig. Toen zijn bezoek aanbelde, deed hij open in zijn
badjas. Binnen tien seconden was het voorspel achter de rug. Er was lust in het
spel, zo vertelde de voice-over met een stem zo laag dat mijn buik erop
reageerde.
Jasmijn ziet wat er gebeurt en reageert geschokt. De
privédetective –iemand die eruitziet alsof hij je een abonnement op een
onbestaand tijdschrift wil aansmeren – troost Jasmijn en zegt dat ze altijd bij
hem kan logeren de komende dagen. Dan slaat Jasmijns gemoed om. Ze is het zat
om in het door hem gekochte tuinmeubilair te moeten toezien hoe hij op het door
haar gekochte bankstel een andere vrouw te grazen neemt. Ze stampt naar binnen,
gevolgd door een bataljon cameramannen en de privédetective. Bart heeft pas
iets door als ze met een vaas van de Xenos –zijn aankoop – op hem af stormt en
schreeuwt: ‘Baaaart! What the fuck!?’
Bart reageert stomverbaasd: ‘Jasmijn? Wat doe jij hier? Jij
was toch in Maastricht? What the fuck!’ ‘What the fuck!’ schreeuwt Jasmijn
weer. ‘Gast, wat doe je! Jezus! What the fuck echt.’ ‘What the fuck’, reageert
Bart, nu iets rustiger, ‘dat kan ik beter aan jou vragen.’ ‘Ik ben in mijn
eigen huis ja, verdomme, what the fuck jonge. En wat doe jij hier nog!?’ Met
trillende vinger wijst Jasmijn in de richting van het bezoek. Het blijkt een
collega van Jasmijn te zijn. Jasmijn ziet het. ‘What the fuck, Tess, hoezo? Wat
denk je wel? Hoe kun je dit doen? Trut, ga uit mijn leven, what the fuck!’
De ontknoping is nog in volle gang als de aftiteling begint te
lopen. Ik zie wie er ‘What the fuck!’ geroepen hebben, wie de acht cameramannen
waren en welke shampooverkoper de rol van de privédetective speelde. Het
programma heet Overspel in de liefde.
Ik besluit het vaker te kijken, waarom weet ik niet precies. Misschien ben ik,
zonder het te weten, een liefhebber van het nieuwe tv-genre scripted reality, waar het programma
onder geschaard wordt. Scripted reality
houdt in dat een acteurs spelen dat ze in een reality-soap spelen; het is heel
erg meta. Dit wordt prachtig geïllustreerd door Bart, die, als de gemoederen
enigszins bedaard lijken te zijn, nog één keer uit zijn slof schiet: ‘What the
fuck gasten, rot een end op met die camera!’ Ik ben lang niet meer zo in de war geweest. Morgen weer.