vrijdag 29 juli 2011

De Parade


Dit jaar stond ik voor het eerst op de Parade. Als toeschouwer. Voorgaande edities was ik de back-up van de doventalk. In de silent disco. Ondankbaar werk.

De parade is een theaterfestival dat ooit in Den Bosch begon en nu vooral de randsteden aandoet. Tot aan dit weekend had ik de kans om in Utrecht mijn Paradevuurdoop te beleven. Met vriendinnen die het liefst niet anoniem willen blijven, Karlijn en Klara, heb ik de afgelopen week een aantal voorstellingen bezocht. Leuke voorstellingen, originele voorstellingen vooral. Toch zijn andere ervaringen dan deze me meer bijgebleven.

Na drie passen op het kermisachtige terrein gezet te hebben zien we Hadewych Minis zitten. Ontspannen, maar wel aanwezig, voor op haar stoel, praat ze wat met toeschouwers en voorbijgangers. Ze lacht en is oprecht dankbaar voor complimenten die haar, naar later blijkt terecht, ten deel vallen. Geen jachtigheid, geen arrogant uitgevoerde handtekeningrituelen, gewoon zitten en maar zien. Als dit een voorteken is …

We zijn te vroeg voor onze eerste voorstelling. Op het terras trekt een meisje opzichtig de aandacht door een aantal keer hard de naam van iemand, waarschijnlijk een vriendin, te roepen. Als ze ziet dat ik geërgerd naar haar kijk, schudt ze meewarig haar hoofd: ziedaar het zoveelste paradegroentje dat niet begrijpt dat serveersters de naam van (voormalig) bestellers roepen, en niet van vriendinnen. De verontwaardigde zucht erna moet met de naam ‘Thea’ te maken hebben gehad.

Twee dagen later ga ik weer. Met Klara, een vriendin van Klara en een vriendin van de vriendin van Klara. Er gaan ook mannen naar de Parade, alleen niet met mij. We zien Case Mayfield, singer songwriter, optreden in een van de cafés. Hij staat op een podium naast de loserbar. Nota bene de barman komt met deze naam aanzetten. Het nodigt niet zo uit, de loserbar. Toch wordt het steeds drukker. Na afloop signeert Case Cd’s met zijn naam en tekeningen van huizen en bomen.

De avond sluiten we af in de silent disco. Nog een vuurdoop. Linda, Roos, Jessica en een overenthousiaste dj vullen de koptelefoons. Fascinerend wordt het als je je koptelefoon afzet en je ziet waar je mee bezig bent. Je waant je in de Tivoli, maar je staat in een kooi, waar het enige geluid afkomstig is van a capella zingende silent-discogangers, jijzelf incluis. De werelden van onder de koptelefoon en zonder de koptelefoon liggen mijlenver uit elkaar. Het is een bijzondere ervaring. Zoals het meeste op de Parade dat was. Volgend jaar weer.