En dat
terwijl De Flitz in mijn ogen zo goed liep. Elke verjaardag weer kwamen er tientallen
mensen naartoe om te roken, darten, drinken en dansen. De hele avond lang
bleven deze mensen hangen, totdat uiteindelijk tegen vieren de jarige besloot
dat het mooi geweest was. Dan ging iedereen naar huis. Ik heb me nooit
gerealiseerd dat wij iedereen waren.
De Flitz was
een vrij grote kroeg in een centraal gelegen achterafstraatje – een vreemde
combinatie, iets waar De Flitz patent op had. Bij binnenkomst viel meteen de
vale, gestreepte bank op, die aan de rechterzijde van de voorste ruimte de zorgen
van de kroeg symboliseerde. Op de bank kon niet gezeten worden, bewezen mijn
ouders op mijn verjaardag.
Even
verderop, in de tot rookruimte omgedoopte keuken, kon wel gezeten worden, op de aanrechten. In de rookruimte vonden plotselinge privéflamenco-optredens plaats en
werden presentaties gegeven over de staat van alles in de wereld, verzorgd door
één van de weinige (andere) vaste gasten. Als ik zou roken, had ik er in deze
rookruimte weinig tijd voor gehad.
Als de
tafels en stoelen rond twaalf uur de versgegeven cadeaus droegen en de laatste darters
hun pijltjes opborgen, verhuisden we naar de dansvloer. Daar zetten we het op een dansen. Ongegeneerd dansen, met overmoedige sprongen en geschuur waar op
schoolfeesten schande van gesproken zou worden. In De Flitz niet. Je kon zo hoog springen als je wilde; in De Flitz was
alles geoorloofd.
Het zal even
wennen zijn: een verjaardag vieren bij iemand thuis.