Tennissers hebben mooie namen. Juan Martin del Potro, zo iemand kun je alleen maar bewonderen. Of Jo-Wilfried Tsonga. Van Tsonga wil je een handtekening, niet van Jack Tuyp. Jack Tuyp moet elke wedstrijd een gele kaart krijgen voor de manier waarop je zijn naam dient uit te spreken: Jak Tuip. Jack Tuyp wilde graag proftennisser worden, maar heeft zich al vroeg neergelegd bij het feit dat zijn naam van elke ATP-lijst geweerd zou worden. Dan maar profvoetballer. Voor Robin Haase is ooit een uitzondering gemaakt.
Juan Martin del Potro bevindt zich in goed gezelschap. Wat dacht u van Janko Tipsarevic, Alexandr Dolgopolov, Stanislas Wawrinka, Andreas Seppi? Daar komen mensen voor naar de stadia, om met de woorden van Hans Kraaij senior te spreken – de naam Hans Kraaij senior! Voetballers hebben andere namen dan tennissers. Zij heten Bas Dost, Oscar Hiljemark of Pavel Cmovs. Daar zit geen mooie letter bij. De naam Marcos Baghdatis daarentegen ademt schoonheid. De charismatische Cyprioot slaat daardoor dubbele fouten die het aanzien meer waard zijn dan de goals van Bas Dost.
De namen van oud-tennissers zijn misschien nog wel mooier dan die van tennissers van nu. Toen ik klein was en een A2-vel levensgroot, maakte ik daarop speelschema’s van tennistoernooien. De toernooien werden bij mij thuis gespeeld, in de speelkamer, door mij. Ik sloeg met een badmintonracket een paar keer tegen een ballon en besloot dan welke spelers er door waren naar de volgende ronde. Ik had een sterke voorkeur voor spelers met een mooie naam.
Dus werden de halve finales gespeeld door spelers als Davide Sanguinetti, Goran Ivanicevic, Sergi Bruguera en Mark Phillippoussis. Phillippoussis kreeg van mij vaak een paar letters extra. Phillllipppoussssis. Hij heeft alle toernooien op zijn fraaie naam geschreven.