‘Dag dames
en heren, welkom op de jaarlijkse persconferentie hier in Wageningen. Zojuist, nog geen half uur geleden, is recht boven mij,
in de lerarenkamer van Pantarijn, de klassenindeling voor het schooljaar
2013-2014 bekendgemaakt en zoals gebruikelijk doen wij live verslag van de
persconferentie die naar aanleiding daarvan wordt gehouden. Dit jaar zal Mike
Louwman het docentencorps vertegenwoordigen. Louwman is een beginnend docent
Nederlands. Hij neemt volgend jaar vier klassen of minder of meer voor zijn rekening;
hoeveel precies is nog niet uitgelekt. Wel is uitgelekt dat de persconferentie
dit jaar in het teken zal staan van geheimhouding. Of Louwman van plan is zich
daar aan te houden is dan weer niet uitgelekt, maar we zijn hard bezig dat
boven water te krijgen.
‘Ja,
goedemorgen meneer Louwman, de naam is Ted van Bemmelen, van Onderwijsneus: meneer Louwman, ik
begreep dat u komend schooljaar niet alleen lesgeeft, maar ook een mentoraat
voor uw rekening neemt. Wat is daarvan waar?’ ‘Daar is niets van waar.’ ‘Dus u
doet het niet?’ ‘Daar is ook niets van waar.’ ‘Dus u doet het wel?’ ‘Nee, maar
ik kan het ook niet uitsluiten.’ ‘Als ik daarop mag aansluiten… Michiel
Marsmeijer van het weekblad Antwoord:
als u mentor wordt, wat voor een mentor wilt u dan zijn? Heeft u daar al over
nagedacht?’ ‘Ja.’ ‘Dank u wel.’
‘Ja hallo,
ben ik te verstaan? Ja? Mooi. Fanny Rolmops, Koninklijk enkelvoud: ‘Mike, mag ik trouwens Mike zeggen?’ ‘Daar
laat ik me liever niet over uit.’ ‘Waarmee moeten je leerlingen je eigenlijk aanspreken?’
‘Is dat uw vraag?’ ‘Eh, ben je bereid er meerdere te beantwoorden?’ ‘Daar laat
ik me niet over uit.’ ‘Ja, dat is mijn vraag.’ ‘Daar laat ik me niet over uit.’
‘Oké, een andere vraag dan.’ ‘Ik beantwoord maar één vraag.’
‘Goedeeeee…
morgen, hier Dennis Anker van Aanminderen, een tijdschrift over mensen met een serieuze tot vergevorderde
vaarverslaving: klopt het dat u onlangs met collega’s in Friesland bent geweest?
Om te varen? Op een schooldag?’ ‘Dat klopt.’ ‘Wat precies?’ ‘Dat.’ ‘Dat
varen?’ ‘Nee.’ ‘Dat in Friesland?’ ‘Nee.’ ‘Dat op een schooldag?’ ‘Ja,
dat.’ ‘Dank u wel.’
‘Mike, kanjer, wat
heerlijk om weer eens een jonge docent met zo’n gezonde Hollandse kop een vraag
te kunnen stellen.’ ‘Mag ik vragen waar ik u van kan kennen?’ ‘Van de
televisie, denk ik, van mijn reisprogramma. Dan ga ik op pad om te integreren
in andere culturen. Man, dat is zo mooi om te doen. En wat een heerlijke mensen
die ik er tegenkom. Echte kanjers zijn het. Daarmee kom ik direct op mijn
vraag: hoeveel kanjers heb jij volgend jaar in de klas?’ ‘In welke klas?’ ‘In
de klassen die je hebt.’ ‘Welke klassen heb ik?’ ‘Dat weet ik natuurlijk niet.’
‘Dan weet ik ook niet hoeveel kanjers daarin zitten.’ ‘Geen probleem. Bedankt
voor deze fantastische ervaring. Man, wat heerlijk is het om met jonge mensen
te werken!’
‘Hiermee
ronden we de persconferentie af. Als er nog vragen zijn, stel ze alstublieft niet. Mochten
er dingen duidelijk geworden zijn, dan is dat uw verdienste geweest. Tot volgend jaar.’