zaterdag 22 juni 2013

Elastiek Muziek

Tussen de giraffen en de speeltoestellen van de Beekse Bergen spelen dit weekend de Arctic Monkeys. Ze staan op het programma van het eerste Best Kept Secret Festival, een festival dat op de radio zo veel gepromoot is dat de naam al voor de aftrap aan verandering toe is. Arctic Monkeys was mijn lievelingsband – voor zover ik destijds meerdere bands kende – toen ik een jaar of zestien was. Hun cd’s had ik gekocht in de enige cd-winkel die Hilvarenbeek rijk was. Nu is die cd-winkel er niet meer: vervangen door nota bene de Arctic Monkeys zelf. Oh, oneerlijke wereld.

Toen ik de Arctic Monkeys-cd aanschafte, was er in Hilvarenbeek Elastiek Muziek. Eerder ook, en later, en nu, maar vooral toen. Tussen ons huis en het festivalterrein, een grasveld ter grootte van een minimaal afgesneden voetbalveld, bevond zich slechts een kleine steeg en een rij huizen aan dat grasveld. Toch moest en zou ik bij een vriend logeren die in één van die huizen woonde. Bij dag en dauw stonden we op om het programma van de dag door te nemen: Treble, buiten; daarna Ilse deLange, ook buiten; dan Intwine of Krezip, binnen; en tot slot Brainpower, binnen. Bij Intwine maakte ik kennis met het festivalfenomeen ‘de pit’ en bij Brainpower met het concertfenomeen ‘de toegift’. Ik had al drie keer afscheid genomen van mijn vrienden (het was de laatste avond, dus ik sliep gewoon weer thuis), voordat ik het concept doorkreeg. Zij riepen zo hard om nog een liedje dat ze me drie keer niet hoorden. Gelukkig.

Elastiek Muziek was voor mij het decor van veel meer vuurdopen. Behalve de pit en de toegift waren voor mij de festivalmunten, het (festival)bier, Twarres, Abel, het zomaar praten met wildvreemden, claustrofobie, Pater Moeskroen, een milde maar onmiskenbare vernielzucht, Postmen, Green Lizard, onverschilligheid, dronken worden en The Sheer nieuw. Ik probeerde met man en macht dat niet te laten blijken, maar kwam tegelijkertijd zintuigen tekort om alle nieuwe indrukken te verwerken. Het effect zal bij voorbijgangers drugsgebruik op vroege leeftijd hebben opgeroepen. Ik trok me daar zogenaamd niets van aan, maar geneerde me tegelijkertijd voor mijn onbehouwenheid. Helemaal toen ik op een avond mijn energieoverschot omzette in een act op de houten balie van een leeg kraampje en mezelf enkele seconden later terugvond in een houten tosti.

Nu wonen er waarschijnlijk andere mensen van 16 in de huizenrij. Ik ben bij mijn ouders thuis. Ik wilde dit weekend naar Elastiek Muziek toe gaan maar heb me bedacht. Ik sta niet voor mezelf in. Ook het Best Kept Secret Festival, een kilometer verderop, is linke soep. Voor je het weet klim ik het podium op. Dus ga ik dit weekend naar neutraal terrein: het Goffertpark in Nijmegen. Daar speelt ene Bruce Springsteen. Hij noemt zichzelf ‘The Boss’: net zo omhooggevallen als ik tijdens Elastiek Muziek. Hij komt zichzelf nog wel tegen. 

donderdag 13 juni 2013

Bijna vakantie

Het is bijna vakantie, maar bijna is niet helemaal. Het voorwerk is in volle gang, maar de uitvoering laat nog een paar weken op zich wachten. Deze weken lijken eeuwen te duren. Op het scherm van mijn laptop ontvouwen zich kilometerslange voettochten door steden die ik het liefst vandaag nog zou bezoeken en in mijn hoofd verzamelen zich ambitieuze plannen en voornemens die ik het liefst morgen nog ten uitvoer zou brengen. Maar eerst wacht nog een toets, een les, een gesprek, een les, een vergadering, een les, een les, een presentatie, een scriptie, een les, een paper, een borrel en een finalewaardige nakijksessie.

De eerste horde is genomen: de grammaticatoets voor klas 1 is af. Gemakkelijk ging het niet. De aanbetaling van het appartement dwong me ertoe sites te openen die het bedenken van voorbeeldzinnen – ‘Karlijn en Mike gingen met de trein naar Bordeaux’, vooruit – niet of maar heel even bevorderen. Algauw vroeg ik me hardop af waar de boot van de boottocht zou vertrekken, hoe groot de kans op regen zou zijn en of het strand een beetje in de buurt was. Of ‘een beetje in de buurt’ wel of niet het naamwoordelijk deel van het gezegde was, deed even niet ter zake. Met alle vertraging van dien.

Belangrijker dan de toets was ook het schema dat ik aan het maken was, met daarin alle bands en artiesten die op Rock Werchter spelen dit jaar – ik heb een kaartje en dat wil ik weten. Alle zevenzeventig acts heb ik opgezocht en beoordeeld op basis van mijn eigen, onsamenhangende smaak. Het resultaat was een heuse top-77. De hoogste noteringen waren voor John Legend, Kings of Leon en Jake Bugg. Deze acts, aangevuld met de andere zeventien uit de top-20, heb ik samen met mijn Rock Werchterpartner in crime verwerkt in een rooster. Vanaf donderdagmiddag lopen we vier dagen op rij ons schema achterna. Zelden ergens zo naar uitgekeken.

Maar er komt misschien nog meer. Op de deurmat vind ik een boekje met op de voorkant een overduidelijk ingehuurde familie: de gelukzaligheid spat van het bovenmatig glanzende plastic af. Ik blader een beetje in het boekje. Het betreft een vakantiegids van Center Parcs. Op de circa honderd pagina’s zie ik de ene na de andere (te) rijk gemeubileerde vierpersoonsbungalow en de ene na de andere breeduit lachende jongen van 11 met helm en kniebeschermers een lieflijk beboste heuvel trotseren. Dat wil ik ook doen! En wat te denken van spelen in de overdekte speelhal met zes (zes!) tafeltennistafels! Ja! Ja! Hier! Hallo? Hier!

Wat een geluk dat ik drie vrienden heb die hier net zo enthousiast van worden als ik. Niets staat een boeking voor een weekend (of twee) in de weg. Hooguit die ene les, dat gesprek, die andere les, de vergadering, de les, de les, de presentatie, de scriptie, de les, het paper, de borrel en de finalewaardige nakijksessie. Dan boeken we toch niet? Ze zien ons wel verschijnen.