zaterdag 13 juli 2013

Rock Werchter 2013: (geen) contact met het publiek

Het was een onvergetelijke ervaring. Niet alleen voor ons, ook voor Passenger, Lianne La Havas, Ben Howard en de zanger van The Script. Woorden kwamen ze tekort om het naar complimenten hunkerende publiek te voeden. Nooit eerder hadden de (wereld)beroemde artiesten in zo’n grote tent gestaan, nooit eerder hadden ze een publiek getroffen dat zo mooi zingen kon en nooit eerder scheen de zon zo mooi als op Rock Werchter 2013.

Aan ons, het publiek, was het de schone taak het oprechte kaf van het babbelende koren te scheiden. Zou Rock Werchter, deze editie in het bijzonder, inderdaad zo’n unieke aangelegenheid zijn voor deze festivalveelvraten? Rock Werchter, het festival met de meest enthousiaste bezoekers, de beste akoestiek en het beste aangelengde bier? Of werd ons een dikke vette, plastieken worst voorgehouden?

Passenger kreeg van ons het voordeel van de twijfel. Hij sprak veel. Later zag ik op Youtube hoe hij op verschillende andere podia exact hetzelfde verhaal verkondigde: over zijn zenuwen en over het feit dat dit optreden toch wel zijn grootste en belangrijkste optreden ‘so far’ – een citaatje voor de betrouwbaarheid – was. Mooi ingetuind dus. Of zou hij het ditmaal gemeend hebben, maar in de korte tijd geen andere uiting hebben kunnen vinden dan de ingestudeerde?

De oprechtheid van Ben Howard stond niet ter discussie. Hij was zichtbaar aangedaan door de uitzinnige zaal en liet dit in verlegen woord en gebaar blijken. Blijkbaar went geadoreerd worden niet, of in ieder geval niet voor iedereen. Ook Lianne La Havas reageerde beduusd op het enthousiasme in de tent. Haar intermezzo’s werden gekenmerkt door een ontwapende spontaniteit; met een aantal ‘Oh dear’s liet La Havas blijken niet berekend te zijn op zo’n enthousiast publiek. Als je er langer over nadenkt, schurkt dat tegen minachting aan. Maar niet bij Lianne, die daarvoor veel te innemend was.

Daniel O’Donoghue van The Script deed allerminst zijn best zijn obligate woorden enige oprechtheid mee te geven. Hij kwezelde op het hoofpodium over love, zijn liefde voor Belgium – de hoofdstad van Brussel – en hoe goed de vibe wel niet was. De veelal 14-/15-jarige, veelal vrouwelijke toeschouwers slikten het voor zoete koek of waren met hun telefoon filmpjes van dit unieke moment aan het maken. Ook als Daniel had gezegd dat hij een vrachtwagen sneldrogend cement over hen zou gooien, hadden ze hem verlamd van aanbidding aangegaapt, denk ik.

En dan was er Jake Bugg. Hij stond in dezelfde ‘amazing’ tent als waarin eerder op de dag Passenger zijn ‘gig’ verzorgde. Maar Jake zei niets over zenuwen, de waarde van dit optreden of over het (weldegelijk) enthousiaste publiek. Hij speelde zijn nummers en alleen als het publiek erg haar best deed, werd ze in binnensmonds Engels bedankt. Als er geklapt werd, keek Jake afkeurend de zaal in, alsof hij zijn grootmoeder zag dansen op één van zijn meest dierbare nummers. Hij zette tijdens zijn weergaloze solo’s een gezicht op dat die weergaloosheid onderstreepte. En Jake lachte slechts één keer, om iets wat alleen Jake Bugg begreep.

Conclusie: er bestaan grote verschillen in het contact tussen artiest en publiek. En: het is nooit goed. En: wat was het goed! En daarom: wat maakt het eigenlijk uit. Snel vergeten, dit stukje.