dinsdag 26 juli 2011

Binnen spelen



Het puzzelmuseum was de hele kerstvakantie geopend. Tegen betaling van een gulden konden mijn ouders, mijn broer of vriendjes een dag lang rondlopen in mijn kamer, waar ik (gelegde) puzzels op de vloer voor hen had uitgespreid. Er lagen puzzels bij van vier stukken, maar ook van honderd stukken, die ik extra goed in de gaten hield. Er lagen puzzels van mijn broer en er was een Bert-en-Ernie-hoek. Voor papa en mama waren de puzzels te koop. Voor een gulden mochten ze een puzzel naar keuze, behalve die van honderd stukken, meenemen. Zij kregen dan de stukken mee, deden deze in de doos en gaven die de dag erna weer aan me terug, zodat ik nog een beetje kon doorpuzzelen. De doos nam ik voor slechts een gulden van ze over en zo hield ik het museum draaiende.

In de kerstvakantie speelde ik ook wel eens, alleen of met mijn broer of een vriendje, bij Tante Jeanne. Als papa en mama een middag weg waren, bijvoorbeeld. Tante Jeanne was niet mijn tante, maar woonde op het erf en was de vijftig gepasseerd en verdiende daarom de titel tante. Tante Jeanne was een leuke tante, maar ze had een paar vreemde gewoontes.

Als de zon doorbrak, of het begon licht te sneeuwen, graaide ze altijd alle winterkleren die ze kon vinden bij elkaar en kleedde me aan om buiten een wandeling te maken, een sneeuwpop te maken of sneeuwballen te gooien. Hartstikke leuk natuurlijk, maar ik wilde op die momenten lang niet altijd naar buiten. Soms moest ik een nog niet afgebouwd Lego-kasteel achterlaten en het kwam ook voor dat ik het nooit meer afmaakte. Voor Tante Jeanne mocht dit alles niet baten. De sneeuw bepaalde wanneer we naar buiten gingen en hoe lang we er bleven. ‘Je kunt met dit weer niet binnen blijven’, zei ze dan.

En daar zit natuurlijk ook wel wat in. Als het even kan probeer je van mooi weer te profiteren. Bijvoorbeeld door met je broer op sokken een indoor schaatstoernooi te houden, omdat je ouders buiten op het terras zit. Profijt is profijt. Daar scheidden de wegen van mijn en Tante Jeannes mening. Profiteren kon volgens haar alleen in de buitenlucht.

Toch heb ik wel eens pijn in mijn buik als ik overdag drie afleveringen Friends kijk en ik moet de laptop draaien omdat de zon door het raam heen op het scherm reflecteert. De Tante Jeanne in mij doet uiteindelijk dan toch mijn schoenen aan en loopt naar buiten. Ik sta stil voor de deur en ga op de stoep zitten en klap de laptop open. Als ze het zou zien, zou ze toch een beetje trots op me zijn, denk ik.

Deze zomer hoef ik niet op zoek naar dat soort compromissen. Alle stemmen die ik in mijn hoofd hoor roepen in koor dat het slecht weer is en bevelen me binnen te blijven. Dat doe ik. Tante Jeanne had vast begripvol geknikt, als ze had gezien dat ik gisteren twee keer Zomergasten terugkeek. Zoals ze het ook had begrijpen dat ik erna een Twitteraccount aanmaakte en twee uur lang niets anders deed dan tweets van onbekende mensen lezen. Vandaag ga ik verder met het Lego-kasteel. Als ik hem af heb, bouw ik er nog een.